Inventariserend veldonderzoek door middel van karterende proefsleuven aan de Dr. Schaepmanstraat 4 in Wateringen, maart 2020.

In maart 2020 heeft Hollandia archeologen een inventariserend veldonderzoek door middel van karterende proefsleuven uitgevoerd aan de Dr. Schaepmanstraat 4 in Wateringen. De aanleiding voor het veldonderzoek is het voornemen om op de plaats van een voormalig schoolgebouw nieuwe woningen te bouwen. Het doel van het karterend proefsleuvenonderzoek is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting en (extra) informatie te verkrijgen over bekende en/of verwachte archeologische waarden in een onderzoeksgebied. Dit omvat de aan- of afwezigheid, de aard, de omvang, de datering, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden. Tijdens een verkennend booronderzoek is een aardewerkscherf aangetroffen die in de late ijzertijd-Romeinse tijd kan worden gedateerd. Het onderzoeksgebied bevindt zich op enige afstand van een nederzettingsterrein uit de Romeinse tijd, die op hoger gelegen grond langs de oude waterloop Gantel was gesitueerd.

De bodemopbouw bestaat tot 0,6 m -NAP uit opgebrachte en geroerde grond. Daaronder ligt een oude bouwvoor uit de periode dat het plangebied voor agrarische doeleinden in gebruik was. Het enig aangetroffen archeologisch spoor betreft een gedempte sloot die teruggaat naar het historische bekende landgebruik. In de omgewerkte laag, maar voornamelijk in Gantel afzettingen onder de oude bouwvoor, op gemiddeld 0,8 m -NAP, zijn losse aardewerkfragmenten, dierlijk bot en brokjes huttenleem uit de Romeinse tijd aanwezig. Het materiaal kan in de 1e-3e eeuw worden gedateerd. Er
zijn geen bewoningssporen uit deze perioden aangetroffen.

Een tweede onderzoeksdoel was de dieper gelegen Laag van Ypenburg (Laagpakket van Zandvoort) nader te karteren. Het Oud duin bevindt zich op 2,76 m -NAP en daalt lichtelijk naar het zuidoosten naar 3,1 m -NAP. Op het duinzand heeft zich een bodem kunnen vormen dieĀ  door verdere vernatting van het landschap overgaat in veen. In de bodem zijn geen sporen van menselijk handelen aanwezig. Bewoning op dit niveau werd wel meer richting het zuidwesten aangetroffen, op ongeveer dezelfde hoogte. De vindplaats wordt toegeschreven aan de Hazendonk 3 groep, die omstreeks 3600 v. Chr. wordt gedateerd. Wat dat betreft blijft kans op het aantreffen van meer vindplaatsen in Wateringen niet uitgesloten.