Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P),  mei en september 2019.

 

In mei en september 2019 heeft er aan de Bagijnenwalstraat in Gorinchem, gemeente Gorinchem een proefsleuvenonderzoek plaatsgevonden. Op het braakliggend terrein zal een woonwijk worden aangelegd. Het inventariserend veldonderzoek werd in twee fasen uitgevoerd. De eerste fase had betrekking op het in kaart brengen van de nog aanwezige archeologische resten.

In de proefsleuven zijn archeologische resten uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd aangetroffen. De
archeologische resten betreffen de overblijfselen van een mogelijke gedempte waterloop, de stadsmuur, de stadsgracht, vier gebouwen en losse voorwerpen die in een ten minste 1,5 m dik ophoogpakket op verschillende dieptes zijn aangetroffen.

De aangetroffen archeologische resten onderstrepen de stadsvorming van het plangebied. Op het ontgonnen gebied kwam een verdedigingswerk waarbinnen de stad zich kon uitbreiden. Een belangrijk gegeven voor het plangebied is de aanwezigheid van een van oorsprong 15e eeuws bagijnenklooster. Het is niet vastgesteld hoe dit klooster er precies uitgezien heeft, maar het kan mogelijk een samenvoeging zijn geweest van bestaande woonhuizen.

In de late 16e eeuw, als de stadsmuur wordt opgegeven raakt het plangebied onbewoond. Ten noorden van de voormalige stadsgracht lag een leerlooierij en ten zuiden daarvan een pesthuis. Sporen hiervan zijn mogelijk nog binnen het plangebied aanwezig.

De tweede fase betrof aanvullend onderzoek naar de stadsmuur. Deze is over een aantal strekkende meters blootgelegd en daarbij kwam ook de aanzet van een hoektoren tevoorschijn. De D-vormige hoektoren was waarschijnlijk al in de late 16e eeuw opgeruimd, maar gelukkig kon de aard en omvang  nog worden herkend. Opvallend detail was dat de hoektoren in een eerdere fase was gebouwd dan de stadsmuur. Mogelijk is er sprake van een vroeg 14e eeuw bouwwerk, dat in combinatie met een aarden wal de stad moest beschermen. In de loop van de 14 eeuw werd de aarden wal vervangen voor een stenen verdedigingsmuur. Aanvullend onderzoek zal uitwijzen of hier sprake van was.